Hoe komt het toch
dat kinderen soms zo pesten?
Dat ze ruzie kunnen maken als de besten?
O, hoe komt het toch
dat sommigen zo gemeen zijn?
Hoe komt het toch
dat sommigen zo alleen zijn?
Hoe komt het toch
dat ouders uit elkaar gaan
of dat ze zelfs elkaar niet kunnen uitstaan?
O, hoe komt het toch
dat mensen soms zo fijn doen,
maar even later elkaar enorm pijn doen?

Refrein:
Al dat haten en verlaten,
al dat liegen en bedriegen.
Waar komt dat toch vandaan?
En al dat stelen en vervelen,
al dat schoppen en dat slaan.
Komt er dan nooit een einde aan?

En Jezus zei: ’t probleem dat zit van binnen.
Dus als je ’t op wil lossen,
moet je daar beginnen.
En je zou het niet zo
één, twee, drie verwachten,
maar het probleem dat zit in je gedachten.
Want in je gedachten
daar begint het slechte,
al dat schelden, schoppen, slaan
en al dat vechten.
Dus geef de schuld
niet langer aan anderen;
we moeten zelf
van binnen dus veranderen.

Refrein 2:
Want al dat haten en verlaten,
al dat liegen en bedriegen.
Dat komt dus daar vandaan.
En al dat stelen en vervelen,
al dat schoppen en dat slaan.
Als je wilt komt er een einde aan.

Het kwade zit dus in de mens gebakken
en de vraag is
hoe je dat nu aan moet pakken.
Wel, het probleem dat is te overwinnen
als je opnieuw met Jezus wil beginnen.
Stap voor stap zal Hij jou dan leren
om het goede en het juiste te proberen.
Ja, als je vrienden met Hem wordt
dan zul je merken
dat zijn liefde door je leven heen
gaat werken.

Refrein 3:
En al dat haten en verlaten,
al dat liegen en bedriegen.
Dat zal dan overgaan.
En zijn vriendschap en zijn vrede
en zijn liefde zal Hij geven.
Daar komt nooit een einde aan.