Lichtjaren est une chanson en Néerlandais
In lichtjaren heeft niemand haast.
Maar vijf voor twaalf.
Honderd meter sprint.
Lange halen, snel thuis.
Alsmaar bewegen in cirkels.
Draaien om de hete brei.
Vlug ontvlambaar.
Het onbegrip in.
In jou, in mij.
Alles vraagt erom.
Op de blote knieën.
Collectieve schietgebeden.
Voor vergevingsgezinde symfonieën.
Verwoed verlichtingsdenken.
Vloedlijn tot aan de lippen.
Torens die tot de wolken reiken.
Aan een horizon met stippen.
Ontelbaar.
De implosies aan de hemel.
De wendingen om de eigen as.
En de pot verwijt de ketel.
In oneindig zwart.
Imaginair de gemeenschap.
De scheuren in de werkelijkheid.
De mythe van de eendracht.
Vervaardigd uit een taal.
Die tot een achterhaalde verbeelding spreekt.
Opgeslagen in een dialect.
Van wat ooit is geweest.
En dus is nog steeds.
Ik zeg je eerlijk.
Er zit zoveel ironie.
In het feit dat fictie leeft.
Zoveel ironie.
Dat elke waarheid een projectie is.
Zoveel ironie.
Dat elke gedachte een intentie is.
Zoveel ironie.
Dat tijdsbesef slechts een dimensie is.
Zoveel ironie.
En realiteit ook maar een inventie is.
Zoveel ironie.
Dat elk ego een universum is.
Zoveel ironie.
En elk idee van een zelf slechts pretentie is.
Zoveel ironie.
De consistente inconsequenties van de geest.
Zoveel ironie.
Er zit zoveel ironie in het feit dat fictie leeft.
In onze bovenkamers.
In de onderbuiken.
Onder onze boxspring.
Monsters die getuigen.
Van dystopieën die onaanraakbaar.
Onaantastbaar leken.
Maar nu onomkeerbaar.
Bij het lot zijn inbegrepen.
Inclusief alle pracht en praal.
Glitter, goud.
En elk gefantaseerd plot.
Dat het slot nooit heeft gehaald.
Maar niets is definitief.
Als het einde open.
Als er lijnen lopen.
Als er bijgeloof is.
Als, als, als tijd niet dood is.
Als, als tijd niet ademt.
En het dat ook nooit gedaan heeft.
Als het dus nooit te laat is.
Als al die kleine dingen.
Groots in hun betekenis.
Als alleen wat hier en nu.
Vol overtuiging de hemel is.
Als tijd niet dood is.
Als tijd niet ademt.
En het dat ook nooit gedaan heeft.
Als het dus nooit te laat is.
Als al die kleine dingen.
Groots in hun betekenis.
Als alleen wat hier en nu.
Vol overtuiging
En de vogels vliegen.
En de schepen drijven.
En de golven slaan om.
En de vlammen slaan op.
En de dagen langer.
En de lichten dimmen.
En de wind maar waaien.
En het huis maar fikken.