Wij gaan naar zee, oh joepie jee, De golven zingen met ons mee. De zon die lacht, het water wacht, Wemelweide brengt ons kracht.

Op de Wemelweide, daar is 't altijd feest, Met blije gezichten, geniet iedereen het meest. De lucht is blauw, de zee zo dichtbij, Samen in het zand, jij en ik, zo vrij.

Wij gaan naar zee, oh joepie jee, De golven zingen met ons mee. De zon die lacht, het water wacht, Wemelweide brengt ons kracht.

De wind in ons haar, de zon op onze huid, Een dag vol avonturen, alles voelt zo luid. Schelpjes zoeken, zandkastelen bouwen, Met vrienden om ons heen, niks meer te aanschouwen.

Wij gaan naar zee, oh joepie jee, De golven zingen met ons mee. De zon die lacht, het water wacht, Wemelweide brengt ons kracht.

Als de avond valt, en de sterren staan klaar, Blijft het gevoel van vreugde, altijd daar. Met de zee als getuige, en de maan als licht, Wemelweide blijft voor altijd in ons zicht.

Wij gaan naar zee, oh joepie jee, De golven zingen met ons mee. De zon die lacht, het water wacht, Wemelweide brengt ons kracht.

Dus laten we gaan, naar de zee met zijn pracht, Met Wemelweide in ons hart, tot in de nacht. Samen zingen we luid, van joepie jee, Op naar de horizon, daar wacht de zee.