Ouwe Rinus van de veen zoals hij is er geen één
Daarom houdt het dorp zoveel van deze man
Ouwe Rinus van de veen zoals hij is er maar één
Heb je zorgen dan helpt hij al wat ie kan

En ’s avonds zit hij keuv’lend bij het haardvuur
Vertellend van de dagen lang voorbij
Van ditjes en van datjes ver vervlogen
Van weetjes en van watjes mijmerij

Probeer hem niet te stuiten want dat deert niet
Zijn avonturen kennen uur noch tijd
Zijn glorie niet verloren voor het keuvelen geboren
Ons verstrooiing brengend tot ieders jolijt

Ouwe Rinus van de veen zoals hij is er geen één
Daarom houdt het dorp zoveel van deze man
Ouwe Rinus van de veen zoals hij is er maar één
Heb je zorgen dan helpt hij al wat ie kan

Een vlieg zou hij beslist nooit kunnen kwaad doen
Goed wetend dat elk diertje ook graag leeft
Er is niemand die hem niet kan verdragen
Want elk weet best hoeveel hij om hen geeft

Eens zal de tijd toch komen dat hij heengaat
Zijn aangenaam gepraat er niet zal zijn
Dan zal ieder om ’t even met een leemte moeten leven
Maar gelukkig dat die ouwe nog bestaat

Ouwe Rinus van de veen zoals hij is er geen één
Daarom houdt het dorp zoveel van deze man
Ouwe Rinus van de veen zoals hij is er maar één
Heb je zorgen dan helpt hij al wat ie kan